Verhalen bewegen
Naar een levendige voorlees- en vertelcultuur
Achtergrond
Taal en beweging zijn voor kinderen essentiële middelen om inzicht te verwerven. Bovendien hangen deze beide vaardigheden nauw met elkaar samen. Voor een op beweging georiënteerd taalbevorderingsaanbod hebben kinderen een uitdagende omgeving nodig, die op een speelse manier hen uitnodigt om zich in taal en beweging te uiten.
Tegelijk kan worden vastgesteld, dat bewegingselementen in de huidige vertel- en voorleespraktijk in bibliotheken, kinderdagverblijven en scholen een relatief weinig aandacht krijgen en kennis en ervaringen tussen deze drie instituten nog spaarzaam worden gedeeld.
Bewogen verhalen
Het doel van het project is om een programma van bewegende voorlees en vertelactiviteiten, in de genoemde instellingen, te ontwikkelen en op te zetten. Met als uitgangspunt de verschillende ontwikkelingsfasen en leeftijden van de kinderen, richt het project zich op een sterkere uitbouw beweging en handeling in het curriculum. Aan deze curriculumontwikkeling werken deskundigen uit verschillende werkvelden deel: Voorschoolse vorming, Bibliotheek, Volwassenenonderwijs en Hogeschool.
In vier gebieden in Nedersaksen (Buxtehude, Melle, Georgsmariënhütte en Westoverledingen) worden netwerken opgericht tussen de betrokken instituten. De deelnemers aan dat netwerk worden bijgeschoold in een interdisciplinaire scholingsmodules. Met behulp van praktijkbegeleiding werken de netwerken vervolgens aan de implementatie van het curriculum in instellingen.
Het verhalenbedrijf werkt samen met de Geschichtenhändlerin aan de ontwikkeling van de scholingsmodules, de begeleiding van de netwerken, en de documentatie van het project.
Project
Ontwikkeling en coördinatie: Historisch- Ökologische Bildungsstätte (HÖB) in Papenburg
Samenwerkingspartners: Universiteit Osnabrück, Gemeentebibliotheek Westoverledingen, Kinderdagverblijf Noah/ Papenburg, Kinderdagverblijven, Basisscholen en Bibliotheken in Buxtehude, Melle, Georgsmarienhütte en Westoverledingen
Wetenschappelijke begeleiding: Universiteit Osnabrück, Faculteit Sportwetenschap, Prof. Dr. Renate Zimmer.
Het project werd gefinancierd door:
- Het NIFBE “Niedersächsisches Institut für frühkindliche Bildung und Entwicklung e.V”
- Het Nedersachsische ministerie voor wetenschap en kultuur